Sinds 1995 kweken we terug, als enige in België, oesters. Onze Oostendse oesters worden van klein zaadje gekweekt tot een volwaardige lekkernij die we tijdens de wintermaanden oogsten. Dankzij het voedingsrijke water in de spuikom en een goede opvolging krijgen we een vlezige oester, zacht ziltig van smaak. Onze oesters worden aangeboden aan zowel de horeca, distributie sector als particuliere klanten.
Onze kwekerijOnze oesters hebben de naam 'Ostendaise' en zijn sinds 2017 erkend als streekproduct. Ostendaise oesters kennen hun oorsprong lang voor onze tijd in 1765 toen de eerste kwekerij in Oostende ontstond. Miljoenen van de befaamde Royal d'Ostende werden reeds 200 jaar geleden geëxporteerd naar Frankrijk, Rusland, de Balkanstaten en de Duitse en Oostenrijkse gebieden. De Belgische 'Ostendaisen' mochten in deze periode onder geen beding ontbreken op de menu’s van de Europese upper class. Oorspronkelijk werden aan onze kust uitsluitend platte oesters gekweekt, mede door de Grote Oorlog en epidemies in de jaren '20 werden kwekers verplicht om de holle exemplaren te importeren en verder te kweken. Vandaag de dag geven wij de naam Ostendaise aan zowel onze platte als holle oesters.
Clams zijn kleine tot middelgrote tweekleppige schelpdieren. Ze hebben een wit-grijze kleur. Ze groeien gemiddeld zo'n twee jaar tot ze consumptieklaar zijn.
Palourdes kent iedereen het beste uit de 'pasta vongole'. Deze kleine gevlekte schelpjes worden gekweekt in mandjes tot ze ongeveer een 5 tal centimer zijn.
De meest gekende en geliefde schelpdier van Belgen is ongetwijfeld de mossel. Deze wordt in de spuikom gekweekt aan trossen (hangcultuur) tot ze consumptieklaar zijn.